Terug

Terug

De zomer is voorbij. De zon verschuilt zich en zelfs de wolken huilen dikke tranen om de voorbije zomerdagen.
Het is weer tijd om aan het werk te gaan.

Wil je het eerlijk weten? Ik vind het heerlijk!

In de zomermaanden heb ik niet echt stilgezeten.
Ik heb me rustig opgeladen voor het nieuwe seizoen; met mijn snoet in de zon, boeken gelezen, collega’s bezocht, festivals van allerlei aard bekeken én nieuwe liedjes gecomponeerd.

Dat is wat ruimte in mijn hoofd met me doet; Ik neem rust en mijn geest begint te borrelen.
Het is geen vervelende borrel hoor, maar meer een feestelijke kermis van kleur en geluid in mijn hoofd.

En daar krijg je dus liedjes van…

Voor mij is dat altijd nog een verbazend proces.
Iemand vroeg mij eens: “Hoe doe je dat, zo’n lied schrijven?”
En eerlijk gezegd had ik daar geen antwoord op. Maar de vraag bleef wel als een echo in mijn hoofd rondbazuinen, zoekend naar antwoord of in ieder geval iets wat daarop lijkt. 
En nog steeds heb ik alleen maar een vaag antwoord.
Ik denk dat als ik een tekst mooi vind, ik hem als het ware in kleuren kan zien en kan ruiken.
Klinkt vreemd, zeker voor zo’n muziekdier als ik. Maar dat is waar ik naar opzoek ga. De kleur en geur van de tekst.
En dan komt er soms zomaar een melodietje of een rafeltje muziek voorbij, mijn vingers vliegen over de toetsen van de piano, zoeken een akkoord of vinden tonen.

Zo ontdekte ik ook, dat ik de laatste tijd 2 liefdesliedjes in F majeur heb geschreven. Volgens de grote componisten Berlioz en Richard Strauss een krachtige en kernachtige toonsoort. Maar voor mij beslist ongewoon.
Misschien heeft het met het positieve karakter van de teksten te maken. In de teksten is de liefde ‘gevonden’. Dus geen leed (wat ik vaak zo heerlijk vind om te bezingen) en geen zoeken…

Wat het ook is en welke toonsoort ik ook gebruik, het is altijd mooi en verrassend om te zien, wat er met een tekst gebeurt en hoe mijn ziel dingen begrijpt, die alleen maar in de kleuren van muziek zijn te vatten.

Geplaatst in: